Duurzame bedrijfscontinuïteit
Toen ik in 2005 de lederen directiefauteuil wisselde voor het krukje van de adviseur zag ik bij mijn klanten bijna dagelijks de blinde vlekken die ik achteraf als directeur ook regelmatig gehad moeten hebben. Het is een terugkerend proces dat niet uit te bannen lijkt. Logisch ook want telkens staat er een nieuwe generatie leidinggevenden op die het op zijn of haar manier wil doen. Volledig terecht natuurlijk want zonder nieuwe wegen in te slaan, staat alles stil of wordt het een herhaling van zetten. Echter, om oude schoenen, lees kennis en ervaring uit het verleden, volledig aan de kant te gooien lijkt toch niet de oplossing. Er zijn zaken die nooit veranderen, de centrale positie van klanten, het belang van het personeel en het oog voor de resultaten.
Die 3-eenheid heb ik de laatste jaren tot mijn eigen bedrijfsfilosofie verheven en dat voelt prima. Ook de directies die ik op basis daarvan bijsta, varen wel bij die wellicht ‘ouderwetse’ uitgangspunten. In het artikel in Het Financiële Dagblad van 19 augustus 2013 las ik een artikel over Peter Swinkels onder de titel Slechte resultaten komen nooit van buitenaf. Daarin komen ze alle drie keurig aan bod. Daarnaast laat hij een ander geluid horen t.a.v. van het staatshuishoudboekje. Niet het boekje uit de spreekwoordelijke keukenla is een juiste vergelijking maar de wijze waarop de financiën in een familiebedrijf geregeld zijn komt dichter bij de waarheid. Gericht op waardebehoud en –creatie in de toekomst. Dus verstandig investeren met oog op de toekomst maar ook fors ingrijpen als de lange termijn doelstellingen in gevaar komen.
Met regelmaat lezen we over ondernemingen waar het momenteel slecht gaat. Maar al te vaak wordt de crisis als oorzaak genoemd. Het is ontegenzeggelijk waar dat het in deze dagen niet eenvoudig is voor bedrijven om de resultaten uit het verleden jaar op jaar te realiseren. Plotselinge wijzigingen in de omstandigheden moeten ook aanleiding zijn om de genomen besluiten te herzien en tot maatregelen over te gaan. Te vaak zien we dat er te lang gewacht wordt met ingrijpen. Hierdoor is de spiraal naar beneden al in gang gezet voordat de eerste maatregelen enig effect kunnen sorteren waardoor elke maatregel eigenlijk te laat komt. Oog voor de resultaten is hiervoor een logisch startpunt maar ook het personeel heeft vaak al heel snel in de gaten dat zaken niet goed gaan. Echter, hun waarnemingen bereiken de directietafel in onvoldoende mate.
Goed om te zien dat door de wolgeverfde ondernemers die uitgangspunten ook omarmen. De centrale positie van klanten, het belang van het personeel en het oog voor de resultaten.
Tiel, 22 augustus 2013
John van der Veer